De themagroep Ecologie en Ethiek exploreert de ethische aspecten van ecologisch handelen. Uitgangspunt is een praktische situatie waarbij voor en tegen wordt geëvalueerd vanuit beide gezichtspunten. De themagroep vergadert ad hoc, dat wil zeggen dat er per onderwerp één of meer vergaderingen aan gewijd worden. In een onder de WEW leden gehouden enquête kwamen een aantal te bespreken onderwerpen naar voren waaronder herintroducties, biomanipulatie en exoten.
Op 6 maart 2007 organiseerde 'Ecologie en Ethiek' samen met 'Exoten' een studiemiddag over de muskusrat in Nederland. Een heterogeen gezelschap van dertig belangstellenden luisterden naar drie presentaties en discussieerden erover. De helft daarvan bestond uit WEW leden. Daarnaast waren en vertegenwoordigers van de LCCM (Landelijke Coördinatie Commissie Muskusrattenbestrijding), De Faunabescherming, De Dierenbescherming en Bont voor Dieren. Ook waren er een aantal geïnteresseerde muskusrattenbestrijders en enige niet-WEW leden van provincies, ingenieursbureaus en het Ministerie voor LNV aanwezig. Henk Hoogenboom (WUR en voorzitter van de WEW) opende met een presentatie over de ecologie van zoogdier exoten in Nederland. De landelijke coördinator van de LCCM Jan Gronouwe vervolgde met: Muskusrattenbestrijding in Nederland, nut of noodzaak. Tegenstand werd geboden door Harm Niesen van De Faunabescherming: Muskusrattenbestrijding: bedreiging of hetze? Na de lezingen volgde een geanimeerde discussie. Belangrijkste conclusies:
De vergadering is het er unaniem over eens dat experimenteel populatiedynamisch onderzoek zo snel mogelijk gestart moet worden.
Reden: Er is een volledige onbekendheid wat de gevolgen voor de populatie zullen zijn wanneer met bestrijding gestopt zou worden. De populatie kan in eerste instantie groeien, maar daarna ook kleiner worden.
Tijdstippen van peilbeheer en muskusrattenbestrijding zouden op elkaar afgestemd moeten worden, dat kan bijvangsten voorkomen.
Reden: Hoe zorgvuldig je de val ook zet, wanneer het gemaal aan gaat en het peil daalt, dan vergroot je de kans op bijvangst. Door het afstemmen van het peilbeheer met de muskusrattenbestrijders valt winst te behalen. Dit is nooit onderzocht!
Na een korte inleiding door Lowie van Liere van de themagroep Ecologie en Ethiek volgden twee lezingen waarin Margreet van Willegen (LCCM) en Harm Niesen (De Faunabescherming) de rapporten en aanbevelingen samenvatten. Omdat dit grotendeels is verwoord in de rondgezonden stukken is hiervan geen volledig verslag van gemaakt.
De zeven rapporten samenvattend concludeert Margreet van Willegen dat de veiligheid afneemt bij graverij door muskusratten; dat er vooralsnog geen alternatieve strategie beschikbaar is voor de huidige bestrijding en dat veldproeven nodig zijn voor studie naar kansrijke alternatieven zoals:"objectbestrijding" en "bestrijding winter en voorjaar".
Preventieve maatregelen bieden geen voldoende zekerheid, eventueel kunnen verschillende maatregelen gecombineerd worden met bestrijden. Wijziging in de organisatiestructuur is gewenst, bestrijding dient ondergebracht te worden bij waterschappen. Normering ten behoeve van planning ontwikkelen is wenselijk en haalbaar. Modelbenadering is de eerste stap bij onderzoek naar een situatie waarin niet wordt bestreden. De conclusies zijn 'vertaald' in een aantal bestuurlijke aanbevelingen.
Volgens Harm Niesen is de kern van zijn betoog dat bestrijding alleen iets aan symptomen kan doen. Het biedt geen echte oplossing en moet eeuwig worden volgehouden. En dus de minst wenselijke oplossing. Dat er feitelijk altijd een structurele oplossing is. Misschien landschappelijk minder fraai of eenmalig duur. Maar als er werkelijk sprake is van een groot gevaar, kan dat niet van doorslaggevend belang zijn. En overal waar dat niet het geval is, bestaat er geen gegronde reden voor bestrijding.
Lowie van Liere hield een korte presentatie van nieuwe statistische berekeningen op een paar belangrijke grafieken uit één van de rapporten. Tussen het aantal muskusrattenvangsten per uur en de oeverschade per kilometer is onterecht voor een logaritmische functie aangenomen, mede doordat punten met de waarde 0 (geen schade) zijn weggelaten.
Na de pauze volgde een geanimeerde discussie. De belangrijkste conclusies daaruit waren:
Samen met de werkgroep Zoogdierbescherming van de VZZ werd op 9 april 2003 een workshop georganiseerd over de herintroductie van de otter in Nederland (zie programma). Middels vier lezingen informeerden we elkaar over de herintroductie, die inmiddels in 2002 had plaatsgevonden (zie verslag eerste workhop). Voor de aanvang van de lezingen en naar afloop van de discussie hebben we de mening van de aanwezigen vastgelegd via 'voting by feet'. De bijdrage van Bram van Liere is als artikel verschenen in het IUCN Otter Specialist Bulletin.
Bij de aankondiging van de tweede workshop maakten we de deelnemers bekend met een artikel dat net daarvoor in Lutra was verschenen (Hof, Pieter van 't & Frank van Langevelde, 2004. Reintroduction of the otter (Lutra lutra) in the Netherlands meets international guidelines. Lutra 47, 127-132) en onze globale kritiek daarop; zie verslag tweede workshop pagina 3. Het artikel is niet op Internet gepubliceerd. De redactie van Lutra heeft ons daarop uitgenodigd op dit artikel te reageren. Dat hebben we gedaan: (Liere, Bram E. van & Lowie E. van Liere, 2005. Reintroduction of the otter (Lutra lutra) in the Netherlands did it really meet international guidelines? Lutra 48, 131-134).In dezelfde uitgave van Lutra vinden we een weerwoord van Hof, Pieter van 't & Frank van Langevelde, 2005. Reintroduction of the otter in the Netherlands: implementation of international guidelines in the pre-release phase. Lutra 48, 135-137 Dat is gepubliceerd zonder ons daarvan van te voren op de hoogte te stellen. Een reactie van ons vond de redactie van Lutra niet nodig. Merk op dat de auteurs de titel hebben gewijzigd ten opzichte van hun eerste artikel. Zij schreven nu pas dat zij zich uitsluitend op de planfase en een klein gebied hadden gericht. Een weinig zinvolle analyse in het stadium waarin de herintroductie zich op het moment van schrijven bevond. Daarnaast berichten auteurs dat bepaalde passages onze mening zouden zijn, terwijl ze (geciteerd) waren overgenomen uit de IUCN richtlijnen. Het antwoord gaat niet of nauwelijks in op onze inhoudelijke argumenten m.b.t. waterkwaliteit en verkeersdrukte, waarover al in die planfase wetenschappelijke artikelen waren gepubliceerd. Wij hebben de redactie van Lutra gemeld dat we de gang van zaken van publicatie en weerwoord laakbaar vinden, een wetenschappelijk tijdschrift onwaardig. Eén zaak blijft als een paal boven water: Bij de herintroductie van de otter in Nederland is niet voldaan aan de IUCN richtlijnen.
Enige tijd na de tweede bijeenkomst over de herintroductie van de otter kreeg Bram van Liere het verzoek van De Faunabescherming om in hun blad Argus een evaluatie van de herintroductie van de otter in Nederland te schrijven. Omdat de 'officiële' informatie op internet over de herintroductie en wat erop volgde niet geheel volledig was hadden we jarenlang daarnaast ook krantenknipsels verzameld, wetenschappelijke tijdschriften geraadpleegd, andere internetsites bekeken en Google-alert ingeschakeld. Die verzameling hebben we omgezet in een artikel dat nu is gepubliceerd: Lowie E. van Liere en Bram E. van Liere, 2008. De herintroductie van de otter in Nederland met Argusogen bekeken. Argus 33 (1) 8-12. Argus verschijnt niet digitaal, maar de redactie heeft ons toestemming gegeven om het artikel op de website van de WEW te zetten.
HP/DE Tijd 25 april 2008 p. 52-55
In het artikel 'Otter spotten' staat o,a.: 'Er is ook kritiek van ethici, die van mening zijn dat de otter niet om herintroductie heeft gevraagd. Deze ethici hebben een te romantische voorstelling van zaken, zegt Hugh Jansman van onderzoeksinstituut Alterra, dat als wetenschappelijk partner is verbonden aan het otterproject. "Het leven van wilde dieren is ook allesbehalve romantisch. Het is elke dag een gevecht van leven op dood".' Toch maar eens Hugh gemaild. Dat had hij zeker zo niet gezegd. Die romantische voorstelling van zaken hebben veel mensen, en de journalist had een paar opmerkingen van hem even te dicht bij elkaar gebracht. Zonder brononderzoek, of hoor en wederhoor. Type op Google 'otter' en 'ethiek' en je komt direct bij de themagroep. Maar het staat er wel! Toch maar gereageerd.
HP/De Tijd van 16 mei 2008 p. 6
'In 'Otter spotten' (HP/De Tijd van 25 april 2008) bekritiseert Hugh Jansman van Alterra op p. 54 ethici, die een te romantische voorstelling van zaken over de natuur hebben wat otters betreft: 'Het leven van wilde dieren is allesbehalve romantisch. Het is elke dag een gevecht op leven en dood'. Jammer dat hij niet op de hoogte is van wat 'die ethici' daarover hebben geschreven: 'Ook de otter moest meedoen. Van een schuwe moorddadige rover werd hij omgeturnd in een sympathiek, speels dier met menselijke trekjes, dat waakt over ons zoete water' (Kennis en Methode 18, 222-249, 1994; Argus 33 (1) 8-12, 2008). Het waren juist diegenen, die de otter wilden herintroduceren, waaronder medewerkers van Alterra, die om draagvlak te krijgen voor hun project, de zaak omdraaiden en romantiseerden. Lowie van Liere, themagroep Ecologie en Ethiek van de Werkgroep Ecologisch Waterbeheer'.
HP/DE Tijd 25 april 2008 p. 52-55 revisited
Citaat: 'Maar inmiddels gaat het (nog steeds volgens HP/De Tijd) crescendo met de Nederlandse otter. Er worden volop jongen geboren; volgens een aan het otterproject verbonden wetenschapper 'groeit de populatie harder dan dat er worden overreden''. Wat zeggen de IUCN Guidelines daarover: ''Identification and elimination, or reduction to a sufficient level, of previous causes of decline' Voldeed Nederland aan de IUCN Guideline?
Zie ons artikel in Lutra.
Minstens 33 otters werden er gevangen, 5 overleefden de vangst niet. 16 wildgevangen otters zijn uitgezet in NW Overijssel. Samen met 15 tamme otters zijn er in totaal 31 otters uitgezet. Dood 41 (minstens 26 werden doodgereden in het verkeer, 1 daarvan zelfs vlak bij Osnabrück). 7 hebben het gebied vrij snel al verlaten en waren opgegeven voor de populatie, 1 daarvan werd in 2008 teruggevonden bij Doesburg, volgens spraintonderzoek zijn er nog twee nakomelingen van haar bij Doesburg aanwezig. Er zijn nu 50 otters aanwezig binnen het uitzetgebied. Zie ook ons artikel in Argus, wat we hier voor een deel hebben geactualiseerd (tot juni 2009).
Op de Rijnland website en verschillende dagbladen stonden artikelen over de op handen zijnde herintroductie van de otter in het Groene Hart, onder anderen in de Reeuwijkse - en Nieuwkoopse Plassen. Ecologie en Ethiek heeft daarop gereageerd door een presentatie op het Platform Ecologisch Herstel Meren en Plassen op 2 april tijdens een symposium over de Kaderrichtlijn Water en op de Algemene Ledenvergadering van de werkgroep Ecologisch Waterbeheer op 21 april 2009 in Apeldoorn. De presentatie vind je hier. In de 'notitiepagina- modus' van PowerPoint vind je de tekst, die bij de plaatjes hoort.
Otters komen echt wel terug. Laten we ze ontvangen met een volledige Ecologische Hoofdstructuur en met een veilige omgeving zodat ze niet worden doodgereden, niet omkomen in visfuiken en niet terecht komen in muskusrattenvallen. En wanneer hun reproductie niet wordt beperkt door PCB.
Op 19 april 2012 meldde Vroege Vogels dat er weer een otter in Doesburg is uitgezet: 'Deze otter is de eerste van zeker 10 dieren die de Nederlandse otterpopulatie gaan versterken'.
Hoe staat het er nu voor met de otter? Informatie daarover vind je in het Compendium voor de Leefomgeving, twee indicatoren: Herintroductie otter en Risico's van giftige stoffen en verkeer voor otters. De eerste is bijgewerkt tot 2011, de tweede dateert van 28 februari 2006. Dat is weinig recent, en wij hebben het PBL dan ook regelmatig gevraagd die indicator te updaten. Dat is toegezegd, om precies te zijn op 12 juni 2010, maar nog steeds niet gebeurd. Tijd voor Ecologie en Ethiek om enige informatie te verschaffen.
Vanaf 2002 tot nu toe zijn er zo'n 35 otters uitgezet. In 2010 leefden er ongeveer 60. Het gaat goed met de otterpopulatie: die groeit, ondanks dat veel dieren worden doodgereden (Zie HP De Tijd 25 april 2008, even hierboven). Minstens 74 otters kwamen om in het verkeer. Dat is 80% van de dood gevonden otters. En dan wordt maar ongeveer de helft van dode otters gevonden. Informatie uit het rapport: Verkenning otterknelpunten in het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland langs de IJssel van Freek Niewold & Bart Beekers (2011).
Het aantal dode otters in 2011 haalden wij uit persberichten, en sinds het rapport van Niewold en Beekers weten we dat deze methode een onderschatting is.
Nog 10 otters zullen worden uitgezet. Dat betekent ook dat, indien we niet snel maatregelen gaan nemen om het doodrijden te voorkomen, 80% van hen en hun nakomelingen zullen omkomen in het verkeer. En ook met die maatregelen zullen trekkende otters gevaar lopen in het verkeer om te komen.
Het zou verstandig zijn om eens het PCB gehalte in de levers van dode otters te publiceren. Dat kan in het Compendium voor de Leefomgeving worden aangevuld. Het verkeer was niet de enige factor van het verdwijnen van de otter.
"Otter, de ambassadeur van het zoete water." "Als de otter er is, dan is de waterkwaliteit goed." "De otter als indicator voor de waterkwaliteit." "Als de otter er is dan is heeft natuurbeleid gewerkt." Zo maar wat uitspraken in de aanloop van de herintroductie. Maar is de otter een goede indicator voor natuur- en waterkwaliteit als zo velen de dood vinden in het verkeer?
Over de ethische aspecten van een herintroductie waarbij de belangrijkste oorzaak van het uitsterven niet is verdwenen mag best eens over nagedacht worden. Tijd voor een derde bijeenkomst van Ecologie en Ethiek over otters???
Staatsbosbeheer 'vierde' dat met een video waarin werd gemeld dat er nog meer bij moesten komen, o.a. vanwege de inteelt. Vooral in het rivierengebied (zie hierboven: Herintroductie in het rivierengebied).
Op verzoek van Rik Grashoff (Groen Links) stuurde Staatssecretaris Henk Bleker een rapport naar de Tweede Kamer over het duurzaam voortbestaan van de otter, Kuiters, Lammertsma, Jansman en Koelewijn, 2012.
Hierboven meldden we de verkeersdoden uit het rapport van Niewold en Bleeker, 2011. Ook het rapport van Kuiters et al, 2012 maakte daar melding van. Je zou denken dat beiden uit de Alterra database putten, echter de aantallen corresponderen niet met elkaar. Het totaal wijkt in 2010 toch maar liefst 5 doden af van elkaar. Daar moet nog eens naar gekeken worden, maar zie verder …. De verkeersdoden, die wij uit persberichten verzamelden, is een grove onderschatting geweest, maar in 2012 zijn er tot nu toe al 7 meldingen van verkeersdoden. Het gemiddelde aantal verkeersdoden wordt geacht zich te stabiliseren tussen 10 en 15 per jaar.
Aantal doden door verkeer en overige oorzaken in de tijd uit twee rapporten
Vanwege de te verwachten giftigheid in het rivierengebied stelde Lutz Jacobi (PvdA) Kamervragen, waarop Bleker antwoordde dat het allemaal wel meeviel. In oktober stuurde Bleker een Kamerbrief over de duurzame instandhouding van de otter, waarin allerlei maatregelen werden genoemd. Addy de Jongh (Stichting Ottercentrum Nederland) reageerde op de Kamerbrief en de antwoorden aan Lutz Jacobi dat Bleker het toch niet helemaal had begrepen. Vooral de giftigheid werd gebagatelliseerd. Otters eten geen paling en wolhandkrabben, waarvan consumptie door mensen wordt afgeraden en een vangstverbod is ingesteld.
In ieder geval zegt de kamerbrief dat in de EHS de provincies verder verantwoordelijk zijn, daarbuiten blijft het Rijk verantwoordelijk.
Piep Vandaag meldde dat Limburg er zeker 3 ton tegenaan gooit om de otter terug te krijgen, inclusief een herintroductie over enige jaren. Maar ook Drente is bijzonder geschikt verklaard voor de otter. Pas daarvoor nog twee otters doodgereden in het bijzonder geschikte Drente. Fryslân was al eerder geschikt verklaard, maar Oosterzee, Lemmer, Balk en Winaan moeten gemeden worden door otters. Word je een beetje cynisch van. De geschiktheid van het Groene Hart werd eerder betwijfeld (zie hiervoor Herintroductie in het Groene Hart)).
Als laatste nog iets uit de Kamerbrief. De otter wordt gevolgd in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en 'De belangrijkste locaties waar dode otters worden gevonden zullen worden geregistreerd en toegevoegd aan de database die Alterra sinds 2002 heeft opgebouwd van locaties waar dode otters zijn gemeld. Deze database is beschikbaar voor overheden en organisaties voor het nemen van maatregelen voor de otter'.
In juni 2010 zegde het Compendium voor de leefomgeving toe het aantal verkeersdoden in een oude indicator (2006) te updaten. Deze toezegging werd in juni 2012 herhaald, overigens zonder zichtbaar resultaat. Maar …. Planbureau voor de Leefomgeving en Alterra … het hoeft niet meer. Het aantal verkeersdoden is GEHEIM, tenzij je een overheid of betrokken organisatie bent.
10 jaar in vogelvlucht: 31 uitgezet, ~100 geboren, populatie stabiel rond 55-60, inteelt aan de orde van de dag, aantal verkeersdoden tenminste 69, aantal verkeersdoden stabiliseert ~15, verkeer is 85 % van de doodsoorzaak, de IUCN Otter Specialist Group adviseert 'pas op de plaats' te maken met herintroduceren, maar dat gaat gewoon door.
Of dit allemaal een succes is laten we graag aan jullie mening over.
Als laatste laten we nog even Alterra aan het woord, die vinden het in ieder geval een succes.
Binnen een jaar verschenen drie rapporten over de otter in Nederland, Ecologie en Ethiek heeft zich bij het evalueren vooral op de verkeersdoden gericht (zie ook hiervoor, 'Otters 10 jaar in Nederland', waar we al een knelpunt signaleerden). Nu met het derde rapport erbij, een herhaling en aanvulling.
Freek Niewold & Bart Beekers, 2011. Verkenning otterknelpunten in het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland langs de IJssel. Rapport NWI. 2011-3 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost-Nederland en ARK Natuurontwikkeling.
A.T. Kuiters, D.R. Lammertsma, H.A.H. Jansman en H.P. Koelewijn, 2012. Status van de Nederlandse otterpopulatie na herintroductie. Alterra-rapport 2262. Dit onderzoek is uitgevoerd als Helpdeskvraag in het Beleidsondersteunend onderzoek van het Ministerie van EL&I, domein
NLP. Projectcode BO-11-011.03/HD3337
Freek Niewold, 2012. Otters sinds 2002 terug in Nederland. Rapport NWI-OT2012-04 . In opdracht van Staatsbosbeheer, wordt niet specifiek vermeld, maar hun logo staat op de titelpagina.
|
Van 2002 - 2011 een verschil 13 verkeersdoden. Dan moet er ergens iets mis zijn. Het lijkt me een mooie taak voor het Planbureau voor de Leefomgeving, die tot twee keer toezegde de indicator van het Compendium voor de Leefomgeving 'Risico's van giftige stoffen en verkeer voor otters' uit 2006 te updaten. Tenslotte wordt de indicator 'Herintroductie otter, 2002-2010' vrij doorlopend bijgehouden, laatste keer in 2011. Het aantal verkeersslachtoffers wordt daarin niet genoemd.
Op 18 december meldde waarneming.nl op Twitter het achttiende verkeersslachtoffer in 2012. Dat betekent dat er sinds de herintroductie tot nu toe minimaal 80 - 93 zijn doodgereden. Maar hoeveel precies er nu doodgereden zijn blijft door afwijkende rapportage ongewis, net als het leven van een otter in een door wegen doorsneden land.
Even het laatste inzicht in levende en dode otters. Tot twee maal zegde het Compendium voor de Leefomgeving schriftelijk toe om ook het aantal verkeersdoden te publiceren. Het gebeurde niet. Mails en plaagtweets, zelfs naar de PBL directeur, hebben mogelijk geholpen. Vanaf maart 2013 worden de in het verkeer omgekomen otters meegenomen in het Compendium voor de Leefomgeving, ondanks dat stas. Bleker het liefste het aantal verkeersdoden 'geheim' wilde houden, slechts bekend bij betrokkenen van de herintroductie! In 2012 waren er 87 otters doodgereden. Daar komen nog enige niet uit de herintroductie voortgekomen otters bij.
Op 25 maart 2013 procedeerde Stichting Otterstation Nederland met Das en Boom tegen de Nederlandse Staat. Primaire inzet is dat de Staat de belofte nakomt om de EHS af te maken en de knelpunten op te lossen. Inzet een duurzame otterpopulatie in Nederland. Voortdurende herintroductie leidt op dit moment niet tot duurzaamheid. Zeker niet in gebieden waar paling en andere dieren die tot het voedselpakket van de otter horen hoge concentraties giftige stoffen (PCB en dioxine) bevatten.
En wat zegt de politiek erover? Hierboven meldden we al dat stas. Bleker het aantal verkeersdoden geheim wilde houden, alleen bekend voor betrokkenen. Verder vond hij de giftigheid wel meevallen. Stas. Verdaas wilde verdere herintroductie stopzetten tot er meer inzicht was in die giftigheid, maar blijkbaar is de ontheffing niet ingetrokken. Verkeersdoden speelden in de discussie nog nauwelijks een rol, maar is momenteel de belangrijkste doodsoorzaak van de otters (80%). Stas. Dijksma ziet het aantal verkeersdoden als een probleem van het succes van de herintroductie. Was Verdaas er nog maar.
In een kamerbrief (april 2013) benadrukken minster Schippers en stas. Dijksma nogmaals het vangstverbod voor wolhandkrabben en palingen. Menselijk consumptie en gezondheid is de enige trigger. Dat de otter een groot liefhebber is van paling en ook wolhandkrabben op het menu heeft speelt even geen rol. Daar moet maar weer eens een vraag over gesteld worden. Otterstation Nederland heeft geïnteresseerde kamerleden op de hoogte gebracht, het krijgt weer een vervolg.
In de eerste bijeenkomsten over de otter en als spin off daarvan een artikel in Lutra hebben we de dreiging van verkeer en giftigheid al benadrukt. Dat lijkt nog niet erg doorgedrongen. Het krijgt dus zeker weer een vervolg.
In januari 2014 is voor het eerst in ruim dertig jaar een levende otter gesignaleerd in het Groene Hart. Dat is niet helemaal waar; in 2011 is er een otter doodgereden bij Hazerswoude, die heeft daarvoor vast ook wel even geleefd. In januari werd eveneens een otter gesignaleerd in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Moeten we daar blij om zijn? JA en NEE!
JA
De otter in de Nieuwkoopse Plassen is hoogst waarschijnlijk afkomstig van de herintroductie in Noordwest Overijssel (2002). Het toont de grote kracht en souplesse van dit prachtige roofdier. Maar mogelijk is de otter afkomstig uit Duitse populaties, dan zijn we helemaal blij, want dan heeft de otter op eigen kracht het Groene Hart bereikt. Iets wat de eigenzinnige 'herintroduceerders' in 2002 onmogelijk achten. Maar is er niet toch ook een 'Overijsselse' otter ook even naar Osnabrück gezwommen? (De Levende Natuur 108, 199-203 (2007)). En in 2010 is een Duits mannetje bij Doesburg doodgereden.
NEE, en waarom NEE
Even terug naar 2002. Nederland heeft de IUCN (International Union for Conservation of Nature) richtlijnen met betrekking tot herintroductie onderschreven. Daarin staat onder anderen dat de redenen voor het verminderen van de populatie en/of het uitsterven bekend moeten zijn, en weggenomen. Belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter waren het verkeer, de versnippering van de leefruimte en de giftigheid van het voedsel (met name PCB en aanverwante stoffen die opgeslagen zijn in sedimenten, die dan weer in vis terecht komen).
Overzicht: er zijn iets meer dan 30 otters uitgezet in 2002. In 2013 waren er volgens Alterra zo'n 85 otters in Nederland. De otters verspreidden zich vanuit het uitzetgebied naar andere delen van het land. Dat weten we vanwege het feit dat ze daar doodgereden werden. Van het totaal aantal dood gevonden otters was 87% omgekomen in het verkeer. Eind 2012 waren er 87 otters doodgereden. Nederland heeft de IUCN regels met betrekking tot herintroductie van de otter met voeten getreden. Maar dat hebben we in eerdere berichten en een artikel al aangetoond.
En nu is er een otter in de Nieuwkoopse Plassen. Onmiddellijk is daar de roep van de 'herintroduceerders' dat de overheid maar eens maatregelen moet nemen om er voor te zorgen dat de otter niet omkomt in het verkeer. Dat hopen wij ook niet, maar die maatregel had eerder uitgevoerd moeten worden. Nogmaals, dat vragen de IUCN richtlijnen bij herintroductie.
Maar er zijn ook andere bedreigingen dan het verkeer voor de otter in Nieuwkoop. Dat is de giftigheid van het voedsel, de visserij; en de klemmen en verdrinkingsvallen van de muskusrattenbeheerders. Met betrekking tot de giftigheid van het voedsel van de otter heeft Rijnland onderzoek laten doen. 'In 1992 werd de vigerende norm voor PCB in beide plassen (Reeuwijkse- en Nieuwkoopse Plassen) overschreden'. PCB breekt maar zeer langzaam af en vormt mogelijk nog steeds een gevaar. Onderzoek daarnaar is zinvol. In het rivierengebied is vangst van paling en wolhandkrab bedoeld voor menselijke consumptie verboden, vanwege een te hoog gehalte aan dioxine (een van de meest giftige stoffen), maar weet een otter dat? En die eet nog wel wat meer paling en wolhandkrab dan mensen.
We hopen op een goed leven voor de otter in het Groene Hart, maar:
Sinds het interview in koffietijd.nl zijn er nog 2 ottersdoodgereden (Addy de Jongh, tweet op 14 februari 2014). Samen met de doodgereden otters in Gouda, bij de Grote Wielen en bij Oppen Swolle staat de teller van 2014 nu (26 februari 2014) op 5.
Het totaal aantal otters dat in het verkeer is omgekomen sinds de herintroductie bedraagt daarmee 118.
Omdat er opnieuw otters dreigen te worden uitgezet in het rivierengebied zijn er in de Tweede Kamer vragen gesteld aan de verantwoordelijke staatssecretaris. Na beantwoording komen we daar op terug.
Wat zeer korte voorbeelden uit het antwoord.
Heeft Nederland de IUCN regels overtreden?
Twee artikelen worden aangehaald en samengevat, inhoudelijk wordt er nauwelijks op ingegaan. En de vraag wordt niet beantwoord.
Het verkeer, het gif in de waterbodem, .....
Het past allemaal in het beleid, zoals de staatssecretaris met de Tweede Kamer heeft besproken en de Kamer heeft ermee ingestemd.
Citaat uit het antwoord:Otters worden niet uitgezet dan nadat het uitzetgebied geschikt is bevonden als leefgebied voor de soort.
Hierop was wat later een reactie: In het kort: in 2011 werd een vangstverbod van paling en wolhandkrabben ingesteld vanwege risico's bij menselijke consumptie; het aantal wateren waarvoor dit verbod geldt is in 2014 uitgebreid: 'Dit naar aanleiding van onderzoek naar de verontreiniging van aal met dioxines en PCB's in de Nederlandse binnenwateren.' Wat voor de mens ongeschikt wordt verklaard, daar moet de otter mee leven.
Citaat: 'We zijn nu in 2014 en onderzoek heeft het succes van de herintroductie in Nederland reeds aangetoond'
Een overzicht: Tussen de 30 en 40 otters zijn uitgezet vanaf 2002. In de winter van 2012-2013 waren er volgens Alterra 85 otters, andere schattingen (waaronder die van de staatsecretaris gaan uit van ~100: tot 2013 zijn er 114 doodgereden. In 2013 zijn er 27 doodgereden, in 2014 tot toe zijn er minimaal 19 doodgereden volgens persberichten. Het is maar wat je een succes noemt. Daar wordt ook wel anders over gedacht.
Citaat: 'Houdt u zich aan de toezegging dat er geen nieuwe otters zullen worden uitgezet?'
Antwoord o.a.: 'Daarin heb ik aangegeven dat er een keuze is tussen niets doen, afwachten of de natuur een handje helpen, waarbij uitzetten een optie kan zijn. Mijn streven is primair om de biodiversiteit in Nederland te versterken.'
Want wat is tenslotte een toezegging?